Sample text. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit nullam nunc justo sagittis suscipit ultrices.
Terwijl voor de meeste divisies van de Amsterdam Tigers het seizoen erop zit, pakt defence Horaytio Roelofsen (17) zijn koffers voor een spannende reis naar Bulgarije. Als enige Amsterdamse ijshockeyer is hij gevraagd om deel te nemen aan het U18-kampioenschap. ‘Heel bijzonder dat mijn vader Dax in 2001 aan hetzelfde toernooi meedeed en toen net zo oud was als ik.’
Voordat Horaytio naar Oost-Europa vertrekt, speelt hij komend weekend in Tilburg met het nationale team een wedstrijd tegen de Kölner Haie. ‘Ik ben blij dat we voor het toernooi gelegenheid hebben om warm te draaien en meer aan elkaar te wennen. We zijn een samengesteld team met spelers van clubs overal in Nederland en hadden maar een maand voorbereidingstijd. In China oefenen ze al een jaar, net als de Australiërs die onze eerste tegenstanders in Bulgarije zijn. Daardoor worden we zwaar op de proef gesteld. Onze verdediging is nog niet op orde. ’ Hij ziet ook voordelen. ‘Paul Vincent is een heel goede coach met internationale ervaring die ons leert het spel snel op te bouwen en beter te verdedigen. Toen ik bij U12 speelde, was checken daar nog toegestaan. Nu mag dat pas vanaf de U14-divisie. Zo heb ik twee jaar meer ervaring met een belangrijk aspect van ijshockey dan sommige tegenstanders. Ondanks dat het moeilijk wordt, kunnen we zeker ergens komen.’
Horaytio is acht als hij voor het eerst meetraint op de ijshockeyschool. Voor deze sport is dat een relatief hoge leeftijd om te beginnen. Hij haalt de achterstand snel in, stroomt vanuit het welpenteam door naar U10 en U12 en verruilt daarna Amsterdam voor Alkmaar. ‘Sniper’ John Versteeg – hij was op 50-jarige leeftijd nog een van de snelste spelers van Amsterdams eerste team – haalt Horaytio over om terug te keren bij de Tigers. Na zijn rentree in Amsterdam staat hij opgesteld in het U17-team, maakt uitstapjes naar het U21-team en krijgt daar een vaste plek. November 2022 debuteert hij in de eredivisie. ‘Dat was spannend, ineens sta je in een hal met volle tribunes. Gelukkig viel het mee. Ik richtte me op het spel, liet zo de druk van het publiek van mij afglijden.
Inmiddels ben ik gewend aan veel toeschouwers en voel ik mij thuis in het team. De spelers steunen mij en zijn behulpzaam. Ik leer veel van ze.’
Door een te kleine divisie met maar vijf deelnemers zaten de U21-Tigers afgelopen seizoen in een spagaat. ‘Het is cruciaal voor de toekomst van het Nederlandse ijshockey dat voldoende clubs in de U21-competitie uitkomen. Wij zijn de kweekvijver van jong talent en leveren nieuwe spelers aan de eredivisie.’ Het U21-Tigerteam had afgelopen half jaar moeilijke momenten, klom uit het dal en zette zichzelf op de kaart. Horaytio kijkt er met dubbele gevoelens op terug. ‘Zeker gezien de omstandigheden hebben we het redelijk gedaan. Winnen van de nummer één Den Haag was dit seizoen niet haalbaar, tegen Eindhoven hadden we beter kunnen spelen. Na de 5-1 overwinning thuis in de play-offs dachten we er – denk ik – te gemakkelijk over en betaalden daar een hoge prijs voor. In de beslissende wedstrijd van een best of two serie schakelden ze ons uit.’
Doorgaans is Horaytio rustig, stabiel en vriendelijk. Tijdens trainingen en wedstrijden is hij net als veel gedreven sporters een ander, temperamentvoller persoon. ‘Zodra ik op het ijs sta, gaat er een knop om. Mijn taak is een aanvallende verdediger zijn. Dat blijf ik tot de laatste seconde, al staan we 10-0 achter. Sommige scheidsrechters vinden mijn speelstijl te ruig, op het ijs ben ik een Tiger die de fysieke confrontatie opzoekt. Anderen spelen het spel tactisch, zijn daar ook beter in dan ik. Liefst sta ik rechts achterin opgesteld zodat ik de puck van links kan nemen. Ik ben linkshandig. Mijn grote voorbeeld is Cale Makar, die bij The Colorado Avalanche speelt. Hij is een van de beste verdedigers én aanvallers in het moderne ijshockey op topniveau.
Eigenlijk wil ik alles doen op het ijs en overal tegelijk zijn. Volgens Paul Vincent ben ik het type speler waar je wel mét en niet tégen wilt spelen.’
Horaytio’s capaciteiten zijn ook over de grens opgemerkt. Hij deed try-outs in Duitsland en Oostenrijk en werd gevraagd om naar Canada te gaan. Zowel zijn ouders als Horaytio zelf waren daar terughoudend in. ‘Ze hebben er veel tijd en energie in gestopt om mij te laten sporten en zijn enthousiast. Tegelijkertijd weten ze dat dingen mis kunnen gaan. Mogelijk komen verwachtingen niet uit. Ik ben geen ijverige student, toch ben ik het met ze eens dat ik mijn opleiding moet afmaken. Het is belangrijk dat ik een vangnet heb. Daarom en ook door mijn jonge leeftijd stellen we Canada voorlopig uit, het aanbod geldt nog steeds.’
Door zijn roc-opleiding sport en coaching aan het Johan Cruyff College kan Horaytio zijn studie makkelijker met ijshockey combineren. ‘Komende tijd heb ik verlof om naar Bulgarije te gaan, op een gewone school mag dat niet zomaar.’
Na het kampioenschap in Bulgarije bereidt Horaytio zich voor op het nieuwe seizoen dat in oktober begint. ‘IJshockeyer zijn is een levensstijl. Deze zomer zijn er bootcamptrainingen met Ron Berteling en andere spelers.’ Ron Berteling is Nederlands’ bekendste ijshockeyer. In 1980 deden ‘Mister IJshockey’ Berteling, zijn eveneens legendarische neef Henk Hille en hun teamgenoten mee aan de Olympische Winterspelen. De tot vandaag enige Nederlandse ploeg die zich hiervoor kwalificeerde, haalde de negende plaats. Bij terugkeer op Schiphol wachtten 4000 man het team op. Het Nederlandse ijshockey kreeg een enorme boost. Zestien jaar lang trainde Berteling de jeugd bij de Amsterdam Tigers. Voor veel spelers is hij nog steeds hun belangrijkste leermeester.
Zonder ijshockey zou Horaytio gaan boksen of motorcrossen. ‘Mijn moeder vindt dat niets omdat de kans op ernstige blessures met blijvende schade hoger is dan bij ijshockey. Dat ik kickboks trainingen doe voor mijn conditie kan ze wel mee leven, deelname aan wedstrijden zou ze vreselijk vinden.’ Het lijkt Horaytio leuk in de toekomst andere sporters te begeleiden. ‘Vooralsnog kijk ik niet vooruit en richt me op het moment, maar heel goed mogelijk dat ik op een dag coach ben van een ijshockeyteam.’